ACT is een manier om mensen vaardiger te maken zodat ze om kunnen gaan met de dingen die in hun leven gebeuren. Het vergroot de psychologische flexibiliteit.
Eerst accepteren, dan kun je pas verder. Is dat niet vaak zo? Zo simpel, zo waar en tegelijkertijd soms zo lastig. “Acceptatie van de onvermijdelijke pijn... om tot een meer op waarden gericht leven te komen.” (Gijs Jansen/Tim Batink).
Het tweede is het commitment, de motivatie in jezelf om een doel na te streven. Iets te bereiken wat te maken heeft met het obstakel in je leven. “ACT richt zich eerder op de manier waarop iemand met de gedachte omgaat” (Gijs Jansen/Tim Batink)
De wijze waarop gewerkt wordt om iemands psychologische flexibiliteit te vergroten is gestoeld op 6 zuilen, het hexagon van ACT genoemd:
EMDR is een therapie voor mensen die last blijven houden van de gevolgen van een heftige, nare ervaring of ervaringen. Dat kan zijn, slecht slapen, zaken opnieuw beleven, extreem gespannen zijn, vermijding van situaties en oa mensen, maar ook gedragsveranderingen die je niet direct herkent bij jezelf als gevolg van een nare herinnering. Je niet lekker in je vel voelen zitten, down zijn. Door terug te gaan naar de nare ervaring en tegelijk het werkgeheugen te belasten zal de herinnering de emotionele lading verliezen. Daarmee zullen de gevolgen in het dagelijks leven minder worden.
Vaak gebruik ik EMDR in de combinatie met andere behandelmethode om te zorgen dat behalve de last die je ervaart er ook gewerkt wordt aan een goed perspectief.
Belangrijk: Ik behandel alleen enkelvoudig trauma. Geen complex trauma of PTSS, waar nodig verwijs ik door naar een van mijn collega's waar ik een samenwerking mee onderhoud. De doorverwijzing is ter beoordeling van mij.
PMA gaat er van uit dat alle ervaringen die een mens opdoet opgeslagen worden in de hersenen. De feiten worden opgeslagen in de cortex en de gevoelens in het limbisch deel. Het opslaan gebeurt in de vorm van clusters.
Bij nieuwe ervaringen zal het onbewuste brein razendsnel vergelijkingsmateriaal zoeken in de eerder opgeslagen clusters. Door dit vergelijken weet je zo snel dat een stoel een stoel, is ook al ziet hij er heel anders uit dan alle stoelen die je eerder hebt gezien. Behalve deze feitelijke kennis wordt er ook altijd een gevoel bij opgeroepen. “Elk stukje gegevens wordt gekoppeld aan een gevoel” (Joop Korthuis). Ervaringen kunnen heftige gevoelens oproepen.
Wat echter ook gebeurd, is, dat ervaringen verkeerd worden opgeslagen; zogenoemde bad clusters. Vervolgens zal een mens geloofssystemen kunnen ontwikkelen ter zelfbescherming.
Geloofssystemen, die eerder beschermend waren, kunnen later iemands hele leven bepalen en belemmeren en mogelijk ook zijn carrière en talenten.
Door PMA in te zetten leer je controle te krijgen over je gevoel en handelen. Daarnaast leer je te zien hoe, verkeerd opgeslagen clusters, in het onbewuste, je keuzes en welzijn beïnvloeden. De methodiek kijkt verder dan de hulpvraag. Er wordt gekeken wat het probleem is achter de hulpvraag.
Bij het teruggaan naar eerder opgedane ervaringen spelen zintuigen een grote rol. Door gebruik te maken van de zintuigen is het mogelijk om het gevoel te kunnen benoemen waar het om gaat. Als je kunt achterhalen wanneer de fysiologische reactie ontstaat, kun je beter achterhalen wat de oorzaak/trigger is geweest.
De oplossingsgerichte benadering is minder bezig met het probleem maar richt zich vooral op wat er goed gaat. Wat gaat goed in de situaties dat je het moeilijk hebt, wat lukt wel? Dat betekent vergroten en versterken van eigen vaardigheden zodat de cliënt in zijn kracht komt en kan groeien vanuit succeservaring.
Door ervan uit te gaan dat de cliënt de expert is, kun je samen op zoek naar krachten die in de cliënt liggen. De hulpverlener is als het ware het instrument, om met de juiste technieken de informatie boven te krijgen die de deskundige (de cliënt) al in huis heeft. Hiermee kan er gewerkt worden aan de doelen op de een manier die de cliënt eigen is.
De kracht van de methodiek zit hem, in de eenvoud van de kern. Door het volgende citaat, wordt duidelijk dat de wijze van sturen op het proces essentieel is: “Sturen op het proces: JA! Sturen op de inhoud: NEE! (Irene Slaats, blz. 32). Dat vereist kennis, kunde en vaardigheid.”
Door het proces op de juiste wijze te doorlopen zal er bewustwording ontstaan. De cliënt zal in zijn eigen kracht komen. Het wordt een veranderingsproces ván de cliënt, dóór de cliënt, naar zijn doelen.
De cliënt ervaart een probleem dat overheerst. Dit wordt verwoord als probleemstelling. Het woord stelling draagt het risico in zich dat we hier in blijven hangen; we hebben het immers vastgesteld! Maar achter deze probleemstelling zit een hulpvraag, die we graag helder willen krijgen. Want achter de hulpvraag zit het probleem waar het echt om gaat. Op het moment dat dit duidelijk is, kan je werken aan waarden die belangrijk zijn voor de ander en doelen stellen die werkelijk leiden tot je einddoel. Het is waardevol om te achterhalen welke waarden iemand nastreeft. Het helpt je bijvoorbeeld om gedrag en van intentie te kunnen scheiden. Met de waarden kun je een doel formuleren wat bij je past. Het is belangrijk voor het resultaat dat je doel positief geformuleerd wordt.
Geïnteresseerd? Maak een afspraak om samen aan de slag te gaan